(NL) Ontwerp tot wijziging van de Patiëntenrechtenwet goedgekeurd in het parlement!
Feb 1, 2024
Op 1 februari werd in het federale parlement het ontwerp tot wijziging van de Patiëntenrechtenwet goedgekeurd. U kan het volledige ontwerp hier raadplegen.
In een vorige bijdrage ging ik in op de hoofdlijnen van het ontwerp. Ik verwijs daarvoor dan ook graag naar onderstaande bijdrage van 26 november 2023.
Een modernisering van de Patiëntenrechtenwet drong zich op, gelet op de vele veranderingen in de samenleving en de zorg: geïntegreerde zorg, nieuwe gezinsvormen, digitalisering,... Dat het ontwerp in het parlement met zoveel enthousiasme werd goedgekeurd, na een grondig democratisch proces met input van zowel experten, als het brede publiek, kan dan ook enkel maar verwelkomd worden!
Desalniettemin blijft het spijtig dat de specificiteit van de geestelijke gezondheidszorg niet steeds wordt meegenomen. In mijn vorige bijdrage haalde ik reeds aan dat de afschaffing van de persoonlijke notities daarvoor tekenend is. Een advies van het Vigilantiecomité in de Geestelijke Gezondheidszorg heeft niet mogen baten. Tijdens het parlementaire debat werd naar de specificiteit van de gegevens in de GGZ-sector en het belang van de persoonlijke notities verwezen door mevrouw FONCK, met verwijzing naar dit advies van het Vigilantiecomité. De minister van Volksgezondheid benadrukte in antwoord hierop dat de Orde der Artsen vragende partij is van de afschaffing van de persoonlijke notities, alsook dat de patiënt op heden het recht heeft te weten welke gegevens over hem/haar/die worden bijgehouden. Daarnaast beklemtoonde de minister in antwoord hierop dat een meer fijnmazige aanpak van de therapeutische exceptie moet toelaten om de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen bij het verstrekken van informatie aan de patiënt in die gevallen dat dit nodig zou zijn. De minister gebruikte deze gelegenheid ook om de nadruk te leggen op het feit dat persoonlijke notities los staan van het delen van gezondheidsgegevens met andere gezondheidszorgbeoefenaars. En dat eens persoonlijke notities gedeeld worden, ze per definitie hun karakter van persoonlijke notities verliezen. Dit is ook zo. Evenwel lijkt de minister over het hoofd te zien dat de discussie m.b.t. de persoonlijke notities niet hierover gaat, maar wel over de informatie die aan de patiënt wordt verstrekt. Of een fijnmazigere aanpak van de therapeutische exceptie zal volstaan – zoals de minister aangeeft, valt mijns inziens te betwijfelen.
(FR) Le projet de modification de la loi sur les droits des patients approuvé par le Parlement !
Feb 1, 2024
Le 1er février, le projet de modification de la loi sur les droits des patients a été approuvé par le Parlement fédéral. Vous pouvez consulter le projet complet ici.
Dans une contribution précédente, j'ai abordé les grandes lignes du projet. Je me permets donc de renvoyer à la contribution ci-dessous, datée du 26 novembre 2023.
Une modernisation de la loi sur les droits des patients était urgente, compte tenu des nombreuses évolutions de la société et des soins de santé : soins intégrés, nouvelles formes de famille, numérisation, etc. On ne peut donc qu’applaudir que le projet ait été approuvé avec autant d'enthousiasme par le Parlement, à l'issue d'un processus démocratique approfondi, avec la participation d'experts et du grand public !
Néanmoins, il reste regrettable que la spécificité des soins de santé mentale ne soit pas toujours prise en compte. Dans ma précédente contribution, je mentionnais que la suppression des notes personnelles en était un exemple. Un avis du Comité de Vigilance en Santé Mentale est resté sans effet. Au cours du débat parlementaire, la spécificité des données dans le secteur de la santé mentale et l'importance des notes personnelles ont été évoquées par Mme FONCK, qui s'est référée à cet avis du Comité de Vigilance. En réponse, le ministre de la santé a souligné que l'Ordre des médecins demandait l'abolition des notes personnelles, ainsi que le droit du patient de savoir quelles données sont actuellement conservées à son sujet. En outre, le ministre a souligné dans sa réponse qu'une approche plus fine de l'exception thérapeutique devrait permettre de faire preuve de prudence dans la fourniture d'informations au patient dans les cas où cela s'avérerait nécessaire. Le ministre a également profité de l'occasion pour souligner que les notes personnelles sont distinctes du partage des données de santé avec d'autres professionnels de la santé. Ceci est en effet le cas. Toutefois, le ministre semble oublier que la discussion sur les notes personnelles ne porte pas sur ce point, mais sur l'information fournie au patient. Je doute qu'une approche plus fine de l'exception thérapeutique suffise, comme l'indique le ministre.
(NL) Meer holistische benadering bij het beoordelen van de arbeidsongeschiktheid: ook de klinisch psycholoog krijgt een (beperkte) rol
Jan 2, 2024
Op 28 december 2023 werd een wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad die een wijziging aanbrengt aan de Ziekteverzekeringswet en ook de klinisch psycholoog betrekt bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid binnen de verzekeringsinstellingen. De adviserend arts blijft de eindverantwoordelijkheid dragen, maar het multidisciplinaire team - bestaande uit een ergotherapeut, klinisch psycholoog of verpleegkundige - dient ook betrokken te worden in de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid. Voor diegenen van wie de primaire arbeidsongeschiktheid dateert van voor 1 januari 2024, geldt dit vanaf 1 juli 2024. Voor diegenen van wie de primaire arbeidsongeschiktheid aanvangt vanaf 1 januari 2024, geldt dit onmiddellijk.
(FR) Approche plus holistique de l'évaluation de l'incapacité de travail : le psychologue clinicien se voit également confier un rôle (limité)
Jan 2, 2024
Le 28 décembre 2023 une loi a été publiée au Moniteur belge qui apporte une modification de la Loi assurances maladie et qui implique également le psychologue clinicien dans l'évaluation de l'incapacité de travail au sein des organismes assureurs. Le médecin-conseil continuera à assumer la responsabilité finale, mais l'équipe multidisciplinaire - composée d'un ergothérapeute, d'un psychologue clinicien ou d'un infirmier praticien - devrait également être impliquée dans l'évaluation de l'incapacité de travail. Pour ceux dont l'incapacité primaire a débuté avant le 1ier janvier 2024, cela sera le cas à partir du 1ier juillet 2024. Pour ceux dont l'incapacité primaire a débuté au plus tôt le 1ier janvier 2024, cela sera de suite le cas.